Hester Veltman stelt vragen aan college

Hester Veltman stelt vragen aan het college over de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Er gebeurt veel voorafgaand aan de invoering van deze nieuwe wet. Niet alles gaat even goed. We zijn nieuwsgierig naar de antwoorden. 


Naar aanleiding van de laatste vergaderingen over de ontwikkelingen in het sociaal domein, heeft de VVD nog enkele vragen ter verduidelijking:

1. Op 3 november stelden wij de volgende schriftelijke vraag: hoe verhoudt volgens het college het stopzetten van de 1e lijns zorg (huishoudelijke hulp type 1) zich tot de preventieve werking van 1e lijns zorg ter voorkoming van het gebruik van de duurdere 2e lijns zorg?

Wij hebben voorafgaand aan de PDE van 6 november de conceptantwoorden op onze vragen op papier uitgereikt gekregen. In het antwoord op deze vraag staat: “of HH 1 in 2017 wordt beëindigd is afhankelijk van de behoefte die we signaleren en hoe de infrastructuur kan worden benut.” Ook lezen we in één van de antwoorden: “Vanaf 2017 zal huishoudelijke hulp nog steeds beschikbaar zijn”. Maar we lazen in “het ontwikkelingsspoor”, waarover in de PDE van 3 juli jl. is besloten, op pag. 5: “Feitelijk is het mogelijk om de wijze waarop het huidige HH1 aanbod is ingericht na de overgangsperiode langer in stand te houden. Daarvoor kiezen wij niet.”. Hoe zit het nou?

2. In de conceptantwoorden stond tevens het antwoord op onze vraag of u de resultaten van (her)indicatiegesprekken maandelijks met ons kunt delen. Het antwoord was dat het de bedoeling is, dit eens per kwartaal te doen. Maar op pag. 3 van “het ontwikkelingsspoor”, waarover in de PDE van 3 juli jl. is besloten, stelt u dat maandelijks gevolgd zal worden wat de resultaten van de gesprekken zijn en of de aannames kloppen. In deze alinea staat bovendien dat enige maanden eerder een proef is gestart om te bekijken of het aantal uren naar beneden toe bijgesteld kan worden.

De VVD-fractie vindt het niet wenselijk om in juni van dit jaar te vernemen dat er al meetresultaten uit een proef zijn en dat er maandelijks zal worden gemonitord, maar ondertussen nog geen enkele informatie te hebben ontvangen. Bovendien is de frequentie van de monitor blijkbaar gedurende de zomer bijgesteld van maandelijks naar per kwartaal. Het lijkt erop dat we in juni als gemeenteraad niet correct zijn geïnformeerd. Graag hierop een reactie (hoe verklaart u de verschillen)?

3. Het is wat betreft de VVD niet de bedoeling dat een van de meest belangrijke onderdelen van de zorg, de huishoudelijke hulp, benodigd voor langer zelfstandig thuis wonen van inwoners van Ede, wordt verwijderd uit het palet van diensten en ondersteuning behorende bij een zorgzame maatschappij. Het Nibud heeft aangegeven dat de minimuminkomens niet alleen worden getroffen door afbraak van de zorg in Ede, maar dat als zij de zorg zelf moeten betalen, de mogelijkheid hiertoe niet aanwezig is. Op eerdere vragen gaf u aan dat mensen die het écht niet redden (en minder dan 120% van het bijstandsniveau verdienen), bijzondere bijstand kunnen aanvragen. De Wmo is echter geen bijstandsvoorziening. Wat doet het college met de mensen die nét boven deze norm zitten? Ook zij hebben recht op een maatwerkvoorziening vanaf 1 januari 2015 als zij anders niet zelfredzaam zijn. De gemeente maakt de zorg hiermee dus minder toegankelijk en probeert een tekort in de zorg op te lossen via het inkomensbeleid. Wat gaat het college doen met de opmerking van het NIBUD dat de minima in de knel zullen komen? En hoe gaat het college voorkomen dat zorg en inkomensbeleid vermengd worden?

4. Op 25 november waren de raadsleden uitgenodigd bij een bijeenkomst in de Gelderhorst, waar de gemeente informatie gaf aan de bewoners over de veranderingen in de zorg. Tijdens deze bijeenkomst kwam een aantal zaken aan het licht waar wij graag meer informatie over willen:

a. De bewoners kregen te horen dat volgend jaar weer gebruik kan worden gemaakt van het mantelzorgcompliment. Blijkbaar is er al duidelijkheid over de uitwerking van de mantelzorgwaardering (iets wat is gemandateerd aan het college). Op de PDE van 6 november heeft u de toezegging gedaan dat u zaken die gemandateerd zijn aan het college rond de WMO (die zaken waarop ook andere organisatie bevraagd worden), ook in de raad zult bespreken en dat invloed van de raad op deze zaken mogelijk is. Hoe kan het dat wij dit op deze bijeenkomst vernemen en dat we hier als raad niet eerder bij betrokken zijn geweest?

b. Er doen zich situaties voor dat de mensen minder hulp krijgen dan waarvoor geïndiceerd is. De hulp komt soms zonder opgaaf van redenen niet of komt veel te laat. Hoe gaat de gemeente om met deze situaties vanaf 1 januari 2015.

c. Er was sprake van tegenstrijdige berichtgeving over het maximum aantal uren huishoudelijke hulp vanaf 2015. Aanwezig waren twee ambtenaren van de gemeente. De ene ambtenaar gaf aan dat huishoudelijke hulp in principe is gemaximeerd, maar dat hiervan kan worden afgeweken. Als iemand, als gevolg van een handicap, meer hulp nodig heeft, dan kan daar eventueel aan worden tegemoet gekomen. De andere ambtenaar gaf juist aan dat de huishoudelijke hulp per definitie gemaximeerd zal zijn op 2 uur per week. Voor de mensen die de zorg krijgen, wekt dit veel verwarring. Er is geen sprake van duidelijke communicatie. Hoe zit dit nu precies? En hoe en wanneer gaat u de burgers die de zorg nodig hebben in heldere taal vertellen hoe dit precies zit?

d. Ook was er veel onduidelijkheid over de financiële consequenties van de veranderingen per januari 2015. De mensen bleven zitten met vragen. Het geluk is dat de bewoners van de Gelderhorst gebruik kunnen maken van een maatschappelijk werker in hun instelling. Zij was ter plaatse en gaf aan dat zij met hun vragen bij haar terecht konden. Blijkbaar lukt het de gemeente (nog) niet om in duidelijke taal aan de burgers te vertellen wat de veranderingen inhouden en welke consequenties dit voor de mensen heeft. Hoe en wanneer gaat de gemeente ervoor zorgen dat zij zo spoedig mogelijk een heldere communicatielijn uitzet richting de mensen die zorg ontvangen?