Blij met onze brandweervrijwilligers

Hoe verwoestend een natuurbrand kan zijn, hebben Evert van Milligen en ik vanavond met eigen ogen mogen aanschouwen. Compleet zwart geblakerde heidevelden en grasvlakten zijn het gevolg van de grote brand op de Hoge Veluwe van afgelopen zondag. Er staan bomen die volledig zijn verbrand en bomen die deels geluk hebben gehad en alleen aan de onderkant zwart zijn. En vanavond zagen we gelukkig alweer veel groene graspollen eigenwijs opdoemen op de immense zwarte vlakte.

Gerrit Jan, vrijwillig brandweerman van korps Otterlo, vergezelt ons en vertelt over zijn ervaringen. Met man en macht heeft het korps van Otterlo samen met vele andere korpsen uren gevochten om de brand te stoppen. Om het niet over te laten slaan naar de bossen. Want in de bossen is de brand helemáál moeilijk te stoppen. Korps Otterlo kent het gebied op zijn duimpje. Net als Hoenderloo trouwens. Ze kennen de paden, de ondergrond, de begroeiing, de risico's. Ze kennen de kneepjes van het vak, ze kennen de foefjes.

Als we vragen aan Gerrit Jan wat hem het meest is bijgebleven vertelt hij over de wind. De wind die hard waait, die zorgt voor een onvoorspelbare brand, die het vuur in rap tempo alle kanten op stuwt. Maar wat we ook horen is de trots als het lukt om de brand te temmen, om hem te stoppen vlak voor een bosrand. Om er met alle brandweermensen aan te werken. Wagens rijden af en aan: de ene blust, de ander is onderweg om water te halen, weer eentje is onderweg terug om als volgende te blussen. Verkenners van de ploeg lopen voor de blussende wagen uit om het gebied te verkennen en de wagen te begeleiden. Gericht blussen is de kunst: het water precies daar krijgen waar het zoveel mogelijk effect heeft. Het is een vak apart.

De harde werkers in hun warme pakken temden de brand en hielpen erger voorkomen. Wat mogen we blij zijn met onze brandweervrijwilligers!

Hester Veltman

VVD-raadslid Ede