Passeerspoor Ede-centrum Als een duveltje uit een
doosje presenteerde het college eveneens de technische mogelijkheden van een
kwartier dienst in plaats van een halfuur dienst voor de Valleilijn. Een
kwartier dienst zou wenselijk zijn in het licht van de groei van het aantal
passagiers. Een onderbouwing voor deze stellingname ontbrak in de presentatie.
Prorail en Connexxion brachten voor de provincie zeker 3 alternatieven in
beeld. De goedkoopste variant (€ 15 <–> € 25 miljoen) is het verdubbelen
van het spoor tussen de spoorwegovergangen van het station Ede-Centrum, het
zogenaamde passeerspoor[1].
Technisch en operationeel zijn de problemen met de infrastructuur van het spoor
en de treinen aardig in beeld gebracht.
Leefbaarheid
Geheel niet belicht zijn de effecten op de kwaliteit van de leefomgeving voor
de inwoners die langs het spoor wonen en een verdergaande tweedeling van het
centrum. Bij het station Ede-Centrum zal door een verdubbeling van het aantal
treinen per uur en het gebruik van het passeerspoor met wissels de geluidsintensiteit
maar ook geluidsniveau toenemen voor de omwonenden. Mogelijk zelfs tot boven de
irritatiegrens. Zeker ook omdat geen ‘stille’ wissels[2]
kunnen worden toegepast vanwege de beperkte inbouw lengte (korte bochten). Daar
komt bij dat de appartementen, kantoren en winkels (te) dicht tegen het spoor
gebouwd zijn. De wanden van de bebouwing functioneren als klankbord waardoor
voor de bewoners het woongenot, zeker in de zomer, sterk vermindert.
Provincie
Gelderland Provinciale Staten neemt in het voorjaar 2017
een besluit over de verdubbeling van het spoor en het daarbij behorende budget.
Daarna werkt Prorail de zaken meer in detail uit. Opnieuw zal dit een meer technische
benadering van de problemen rond de kwartier dienst betreffen.
Burgerparticipatie Het
college heeft tot nu toe geen randvoorwaarden geformuleerd waaraan een kwartier
dienst moet voldoen wil de gemeente daaraan zijn medewerking verlenen. Gezien
de enorme impact voor de direct betrokken bewoners is het niet meer dan logisch
om hen in een zo’n vroeg mogelijk stadium van het proces er bij te betrekken.
Dat is invulling geven aan burgerparticipatie. Wezenlijk is om de leefbaarheid
in de omgeving van het spoor en het station Ede-Centrum minimaal op gelijk
niveau te houden. Leefbaarheid heeft hier zowel betrekking op de
geluidsoverlast en het aantal minuten per uur dat de verschillende spoorwegovergangen
gesloten zijn. Het rijden van het dubbele aantal treinen per uur maar vooral
het wisselen van spoor zal voor veel bewoners[3]
onacceptabel zijn. Piepende treinen over de korte wissels en dat 8 keer per
uur. Verdubbeling van hinder voor het verkeer op de N224 zal vooral de
automobilisten treffen.
Draagvlak Na
overleg met de betrokken bewoners kan de conclusie zijn dat er helemaal geen
draagvlak is voor deze ‘goedkope’ variant. Een verdubbeling van het spoor tot
het station Ede-Wageningen ligt dan voor de hand. Ongetwijfeld zal de reactie
zijn dat een verdubbeling naar Ede-Wageningen een vertraging oplevert voor de
bouw van het nieuwe station. Buiten natuurlijk dat het iets meer kost. Echter
het station en de spoorinfrastructuur wordt aangelegd voor een periode van 60
jaar of meer. Enige vertraging kan daarmee nooit de reden zijn om te kiezen
voor een oplossing waar dag in dag uit, 365 dagen per jaar, bewoners
geluidsoverlast ondervinden van het passeren en van het piepen van de
treinen.
Kaderstelling
door Raad De VVD Ede is van mening dat nog voordat Provinciale
Staten een besluit neemt over het beschikbare budget voor de uitbreiding van
halfuur naar kwartier dienst het college met de bewoners en met de raad heldere
uitgangspunten / randvoorwaarden moet vaststellen waaraan deze uitbreiding
minimaal moet voldoen. Daarmee geeft het college inhoud aan hetgeen in het convenant van de 5
college ondersteunende partijen staat over burgerparticipatie.
Vragen
- Is het college bereid om begin volgend jaar
met de betrokken bewoners en een vertegenwoordiging van de ondernemers in
discussie te gaan over de 3 door de provincie en Prorail ontwikkelde
alternatieven, de uitgangspunten van de gemeente Ede, de mogelijkheden en de
consequenties voor de leefomgeving van de uitbreiding van de halfuur
dienst naar kwartier dienst voor de Valleilijn?
- Deelt het college de mening van de VVD Ede
dat het nu betrekken van de inwoners echte inwonersparticipatie
is? Zo neen, waarom niet?
- Komen de betrokken inwoners en bedrijven
langs het spoor in aanmerking voor planschade vergoeding? Zo neen, waarom
niet?
- De provincie Gelderland en Prorail baseren
hun mening op een aantal rapporten. Wil het college deze rapporten nog voor
het einde van het jaar ter kennisname brengen van de raad en de inwoners? Zo neen, waarom niet?
- Wil het college voor het vervoer tussen het
station Ede-Wageningen en Barneveld[4] met harde informatie
over passagiersstromen per dag (voor alle dagen in de week) en per uur de
noodzaak voor een kwartier dienst onderbouwen?
- Wil het college, uitgaande van de huidige
regeling, onderzoeken wat de mogelijkheden en consequenties zijn om
tijdens het spitsuur op de Valleilijn aanvullend (bus)vervoer in te
zetten?
- De interne discussie over de kwartierdienst
voor de Valleilijn liep al tijdens de ontwerpfase van het station
Ede-Wageningen. Waarom heeft het college in het overleg met Prorail (en
andere bij het ontwerp van het station Ede-Wageningen betrokken partners)
zich niet hard gemaakt voor een verdubbeling van het spoor van de
Valleilijn beginnend bij het station Ede-Wageningen?
- Van belang is om de bestuurlijke
verantwoordelijkheid van het college en van de raad bij het begin van dit
proces helder in beeld te brengen. Is de overgang naar een kwartier dienst
en de daaruit voortvloeiende aanpassingen aan het spoor een bevoegdheid
van het college of van de raad? Indien dit een bevoegdheid is van het
college wordt de raad in de gelegenheid gesteld om wensen en bedenkingen
in te dienen? Kan het college op
voorhand aangeven wat met de door de raad aangenomen wensen en bedenkingen
door het college zal worden gedaan?
- Gunt het college de raad om haar rol als kader stellend orgaan te kunnen
invullen door het laten vaststellen van uitgangspunten en randvoorwaarden
waaraan een verdubbeling van het aantal treinen op de Valleilijn minimaal
moeten voldoen?
- De N224 heeft bij de spoorwegovergang van de
Valleilijn slechts twee rijstroken. Kan het college aangeven wat de
consequenties zijn van filevorming op dit gedeelte van de N224 bij 8 keer
per uur sluiting van de spoorwegovergang? Vindt het college dit acceptabel
en zo ja waarom?
- Op dit moment zijn de risico’s van de
spoorwegovergangen op de lijn Arnhem - Utrecht niet in beeld gebracht.
Kiest het college hier bewust voor? Zo ja, graag toelichting.
[1]
Dit ontwerp was in december 2012 gereed en toont de inpassing van een
extra perron en de bijbehorende wissels.
[2]
In het voorlopig ontwerp zijn 1:9 wissels opgenomen. Het 1:9-wissel is een
wissel met scherpe boog (195 m). Dit wissel mag maximaal met 40 km/h bereden
worden. 1:9-wissels komen veel voor op stationsemplacementen.
[3] Appartementen aan de Nieuwe Stationsstraat, de Halte,
en Marktstraat en de woningen aan de Telefooonweg in het bijzonder die dicht gelegen
zijn bij de twee spoorwegovergangen.
[4] De passagiersstromen tussen Ede-Wageningen en
Barneveld zijn de basis en niet tussen Ede-Wageningen en Amersfoort aangezien
deze stromen op deel trajecten kwantitatief sterk van elkaar kunnen
verschillen.