Kwartier dienst Valleilijn -> inwonersparticipatie en leefbaarheid

Donderdag 3 november 2016 presenteerde het college, ondersteund door Prorail, Connexxion en de provincie Gelderland, de uitkomsten van het onderzoek ‘Risico beheersing overwegen Valleilijn’ . Helder kwam in beeld welke spoorwegovergangen een risico vormen voor de verkeersveiligheid. De risico’s van spoorweg-overgangen van de lijn Arnhem - Utrecht waren niet in beeld gebracht. Dit is bij de discussie over de motie van D66 wel toegezegd door de wethouder.

© Alexander Vos de Wael

Passeerspoor Ede-centrum Als een duveltje uit een doosje presenteerde het college eveneens de technische mogelijkheden van een kwartier dienst in plaats van een halfuur dienst voor de Valleilijn. Een kwartier dienst zou wenselijk zijn in het licht van de groei van het aantal passagiers. Een onderbouwing voor deze stellingname ontbrak in de presentatie. Prorail en Connexxion brachten voor de provincie zeker 3 alternatieven in beeld. De goedkoopste variant (€ 15 <–> € 25 miljoen) is het verdubbelen van het spoor tussen de spoorwegovergangen van het station Ede-Centrum, het zogenaamde passeerspoor[1]. Technisch en operationeel zijn de problemen met de infrastructuur van het spoor en de treinen aardig in beeld gebracht.

 

Leefbaarheid Geheel niet belicht zijn de effecten op de kwaliteit van de leefomgeving voor de inwoners die langs het spoor wonen en een verdergaande tweedeling van het centrum. Bij het station Ede-Centrum zal door een verdubbeling van het aantal treinen per uur en het gebruik van het passeerspoor met wissels de geluidsintensiteit maar ook geluidsniveau toenemen voor de omwonenden. Mogelijk zelfs tot boven de irritatiegrens. Zeker ook omdat geen ‘stille’ wissels[2] kunnen worden toegepast vanwege de beperkte inbouw lengte (korte bochten). Daar komt bij dat de appartementen, kantoren en winkels (te) dicht tegen het spoor gebouwd zijn. De wanden van de bebouwing functioneren als klankbord waardoor voor de bewoners het woongenot, zeker in de zomer, sterk vermindert. 

 

Provincie Gelderland Provinciale Staten neemt in het voorjaar 2017 een besluit over de verdubbeling van het spoor en het daarbij behorende budget. Daarna werkt Prorail de zaken meer in detail uit. Opnieuw zal dit een meer technische benadering van de problemen rond de kwartier dienst betreffen. 

 

Burgerparticipatie Het college heeft tot nu toe geen randvoorwaarden geformuleerd waaraan een kwartier dienst moet voldoen wil de gemeente daaraan zijn medewerking verlenen. Gezien de enorme impact voor de direct betrokken bewoners is het niet meer dan logisch om hen in een zo’n vroeg mogelijk stadium van het proces er bij te betrekken. Dat is invulling geven aan burgerparticipatie. Wezenlijk is om de leefbaarheid in de omgeving van het spoor en het station Ede-Centrum minimaal op gelijk niveau te houden. Leefbaarheid heeft hier zowel betrekking op de geluidsoverlast en het aantal minuten per uur dat de verschillende spoorwegovergangen gesloten zijn. Het rijden van het dubbele aantal treinen per uur maar vooral het wisselen van spoor zal voor veel bewoners[3] onacceptabel zijn. Piepende treinen over de korte wissels en dat 8 keer per uur. Verdubbeling van hinder voor het verkeer op de N224 zal vooral de automobilisten treffen. 

 

Draagvlak Na overleg met de betrokken bewoners kan de conclusie zijn dat er helemaal geen draagvlak is voor deze ‘goedkope’ variant. Een verdubbeling van het spoor tot het station Ede-Wageningen ligt dan voor de hand. Ongetwijfeld zal de reactie zijn dat een verdubbeling naar Ede-Wageningen een vertraging oplevert voor de bouw van het nieuwe station. Buiten natuurlijk dat het iets meer kost. Echter het station en de spoorinfrastructuur wordt aangelegd voor een periode van 60 jaar of meer. Enige vertraging kan daarmee nooit de reden zijn om te kiezen voor een oplossing waar dag in dag uit, 365 dagen per jaar, bewoners geluidsoverlast ondervinden van het passeren en van het piepen van de treinen. 

 

Kaderstelling door Raad De VVD Ede is van mening dat nog voordat Provinciale Staten een besluit neemt over het beschikbare budget voor de uitbreiding van halfuur naar kwartier dienst het college met de bewoners en met de raad heldere uitgangspunten / randvoorwaarden moet vaststellen waaraan deze uitbreiding minimaal moet voldoen. Daarmee geeft het college inhoud aan hetgeen in het convenant van de 5 college ondersteunende partijen staat over burgerparticipatie.  

 

Vragen

  • Is het college bereid om begin volgend jaar met de betrokken bewoners en een vertegenwoordiging van de ondernemers in discussie te gaan over de 3 door de provincie en Prorail ontwikkelde alternatieven, de uitgangspunten van de gemeente Ede, de mogelijkheden en de consequenties voor de leefomgeving van de uitbreiding van de halfuur dienst naar kwartier dienst voor de Valleilijn?
  • Deelt het college de mening van de VVD Ede dat het nu betrekken van de inwoners echte inwonersparticipatie is? Zo neen, waarom niet?  
  • Komen de betrokken inwoners en bedrijven langs het spoor in aanmerking voor planschade vergoeding? Zo neen, waarom niet?  
  • De provincie Gelderland en Prorail baseren hun mening op een aantal rapporten. Wil het college deze rapporten nog voor het einde van het jaar ter kennisname brengen van de raad en de inwoners?  Zo neen, waarom niet?
  • Wil het college voor het vervoer tussen het station Ede-Wageningen en Barneveld[4] met harde informatie over passagiersstromen per dag (voor alle dagen in de week) en per uur de noodzaak voor een kwartier dienst onderbouwen?
  • Wil het college, uitgaande van de huidige regeling, onderzoeken wat de mogelijkheden en consequenties zijn om tijdens het spitsuur op de Valleilijn aanvullend (bus)vervoer in te zetten?
  • De interne discussie over de kwartierdienst voor de Valleilijn liep al tijdens de ontwerpfase van het station Ede-Wageningen. Waarom heeft het college in het overleg met Prorail (en andere bij het ontwerp van het station Ede-Wageningen betrokken partners) zich niet hard gemaakt voor een verdubbeling van het spoor van de Valleilijn beginnend bij het station Ede-Wageningen?  
  • Van belang is om de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het college en van de raad bij het begin van dit proces helder in beeld te brengen. Is de overgang naar een kwartier dienst en de daaruit voortvloeiende aanpassingen aan het spoor een bevoegdheid van het college of van de raad? Indien dit een bevoegdheid is van het college wordt de raad in de gelegenheid gesteld om wensen en bedenkingen in te dienen?  Kan het college op voorhand aangeven wat met de door de raad aangenomen wensen en bedenkingen door het college zal worden gedaan?
  • Gunt het college de raad om haar rol als kader stellend orgaan te kunnen invullen door het laten vaststellen van uitgangspunten en randvoorwaarden waaraan een verdubbeling van het aantal treinen op de Valleilijn minimaal moeten voldoen? 
  • De N224 heeft bij de spoorwegovergang van de Valleilijn slechts twee rijstroken. Kan het college aangeven wat de consequenties zijn van filevorming op dit gedeelte van de N224 bij 8 keer per uur sluiting van de spoorwegovergang? Vindt het college dit acceptabel en zo ja waarom? 
  • Op dit moment zijn de risico’s van de spoorwegovergangen op de lijn Arnhem - Utrecht niet in beeld gebracht. Kiest het college hier bewust voor? Zo ja, graag toelichting.

 



[1] Dit ontwerp was in december 2012 gereed en toont de inpassing van een extra perron en de bijbehorende wissels.

[2] In het voorlopig ontwerp zijn 1:9 wissels opgenomen. Het 1:9-wissel is een wissel met scherpe boog (195 m). Dit wissel mag maximaal met 40 km/h bereden worden. 1:9-wissels komen veel voor op stationsemplacementen.   

[3] Appartementen aan de Nieuwe Stationsstraat, de Halte, en Marktstraat en de woningen aan de Telefooonweg in het bijzonder die dicht gelegen zijn bij de twee spoorwegovergangen.

[4] De passagiersstromen tussen Ede-Wageningen en Barneveld zijn de basis en niet tussen Ede-Wageningen en Amersfoort aangezien deze stromen op deel trajecten kwantitatief sterk van elkaar kunnen verschillen.