Veel vragen VVD Ede over huisvesting arbeidsmigranten

Donderdag 19 april was er een oordeelvormende vergadering van de gemeenteraad over arbeidsmigranten. VVD Ede heeft bij monde van Bart Omlo haar visie op dit onderwerp verwoord.

© Zoltan Fazakas

Uit onderzoek blijkt dat er in de gemeente Ede tussen de 1500-2500 arbeidsmigranten wonen. Een belangrijk deel van hen werkt in de Regio FoodValley in sectoren als food, transport, bouw en productie. In de agrarische sector worden arbeidsmigranten ingezet voor seizoenswerk. Als meer food productiebedrijven zich in de regio vestigen, zal dit waarschijnlijk leiden tot extra vraag naar arbeidsmigranten.

Kersvers VVD-raadslid Bart Omlo sprak in de vergadering onderstaande tekst uit:

"Voorzitter,

In de afgelopen raadsperiode heb ik van buiten deze Raad kunnen zien hoe groot de impact voor onze inwoners kan zijn van besluiten die wij hier in dit huis nemen. Ik hoor onze burgemeester bij de installatie van de nieuwe raadsleden nog zeggen dat we vooral niet moeten vergeten namens wie we hier zitten. Dat heb ik goed in mijn oren geknoopt bij het doornemen van de stukken voor deze eerste vergadering…

Bij het lezen van de notitie Huisvesting Arbeidsmigranten en alle bijlages, kreeg ik direct een moment van herkenning. Lijkt een deel van deze besluitvorming niet op de keuzes die we hebben moeten maken voor een AZC in Ede? En u herinnert zich misschien nog wel wat dit heeft gedaan met het vertrouwen in de politiek toen we ons realiseerden dat het dossier niet alleen veel polarisatie in de samenleving opleverde, maar ook de communicatie richting onze inwoners sterk te wensen over had gelaten.

Dat moet nu beter en laten we ons daarom heel bewust zijn van de mogelijke impact en alle leerpunten uit de vorige periode in de praktijk brengen!

Op dit moment wonen tussen 1500 en 2500 arbeidsmigranten uit Midden en Oost-Europa in Ede, in eerste instantie voornamelijk op De Goudsberg en op de voormalige Simon Stevinkazerne, in hotel ‘Flexforce’. Vanwege het sluiten van hotel Flexforce in januari en het intensiveren van de handhaving op de Goudsberg, verdwijnen er ongeveer 570 huisvestings-/overnachtingsplaatsen. Hiervoor zijn momenteel geen alternatieven voorhanden en daarom bespreken we nu deze beleidsnotitie.

De eerste vragen die naar aanleiding hiervan direct in mij opkomen, zijn:

  • Waar zijn de mensen nu gebleven?
  • Waarom nu pas deze beleidsnotitie?

De gemeente geef terecht aan dat de primaire verantwoordelijkheid bij de werkgevers en uitzendbureaus thuishoort, maar gelet op de mogelijke gevoeligheid bij omwonenden vindt de VVD het van groot belang dat de gemeente wel regie blijft voeren. Dit voorkomt onaangename verrassingen zoals gisteren nog te zien was op WNL waar een stel hun eerste huis hadden gekocht en ineens werden geconfronteerd met 15 arbeidsmigranten die naast hen kwamen wonen in een normaal woonhuis. U kunt zich de gevoeligheid voorstellen…

  • Hoe voorkomen wij momenteel dat onze inwoners voor dergelijke onaangename verrassingen komen te staan?
  • Hebben wij alle arbeidsmigranten in beeld?
  • En hoe handhaven wij momenteel de maximale bewoning in een huis?

De VVD vindt het logisch dat de gemeente kiest voor een rol van stimuleren (optie 2), waarmee zij in beginsel positief reageert op vragen van de markt, bij panden die na inventarisatie geschikt blijken te zijn. Die inventarisatie is naar onze mening het meest cruciale in het proces.


  • Hoe wordt deze inventarisatie uitgevoerd? Zijn er leerpunten van de inventarisatie voor de AZC-locaties kunnen worden meegenomen en zo ja, welke?

Wat wij echter niet begrijpen is waarom er wel gesproken wordt over grootschalige en kleinschalige woonvormen, maar er toch primair wordt uitgegaan van grootschalige woonvormen.


  • Interpreteren wij deze keuze van de gemeente juist?  

In de AZC-discussie hebben wij als VVD altijd gepleit voor kleinschalige opvang in plaats van grootschalige opvang. Dat laatste legt teveel druk op een specifieke locatie en gaat naar verwachting dezelfde problemen opleveren als bij het zoeken naar een locatie voor arbeidsmigranten. 

  • Waarom overweegt de gemeente toch grootschalige opvang, terwijl dit nu juist een van de grote pijnpunten was uit de AZC-discussie. Kan de wethouder dat uitleggen?
  • Hoe gaan we dezelfde emotie voorkomen bij onze inwoners?

Naast een tijdelijke oplossing wordt nog gekeken naar een meer structurele oplossing voor de toekomst. De gemeente adviseert hierbij een optie waarbij er beleid wordt ontwikkeld om een basishoeveelheid flexibele woonvormen te realiseren die dan beschikbaar zijn voor alle flexdoelgroepen, zoals jongeren/studenten (springplankwoningen), statushouders en arbeidsmigranten. 

  • Hoe ziet de gemeente dat voor zich? Doelgroepen hebben allemaal verschillende behoeften, hoe creëer je daar 1 woonvorm voor?
  • Ziet de gemeente hier specifieke voordelen in ten aanzien van integratie of houdt dat integratie juist tegen? Stel dat je bijvoorbeeld arbeidsmigranten en statushouders samen in een woonvorm zou laten wonen. Hoe bevordert dat integratie?

Op 4 april stond een artikel in de Gelderlander waarin werd aangegeven dat gemeente Tiel de overlast van Oost-Europese arbeidsmigranten aan wil pakken door middel van het beperken van het maximaal aantal ‘Polenwoningen’ in één straat en een maximum van 4 mensen per woning. Tevens stond aangegeven dat het aantal in de afgelopen jaren enorm is toegenomen.


  • Heeft de gemeente een beeld bij de ontwikkeling van de hoeveelheid arbeidsmigranten in de toekomst?
  • Is er een soort ‘maximum’ wat wij kunnen huisvesten?
  • Wat vindt de gemeente van de maatregelen zoals genomen in Tiel en zijn er ‘best practises’ die we kunnen gebruiken om niet zelf het wiel helemaal te hoeven uitvinden?  

Tot slot, voorzitter, hebben wij nog een tweetal zorgpunten:

  • Er wordt een zorgvuldig proces beschreven, maar nergens staan tijdslijnen vermeld. Kan de wethouder aangeven welk tijdspad hij voorziet en wat doen we in de tussentijd? Volgens de VVD gaat zorgvuldigheid in dit proces zeker boven snelheid, maar een scherpe tijdlijn houdt ons wel bij de les dat we dit probleem vlot moeten oplossen.

  • Ten aanzien van de burgerparticipatie gaan we in de eerste fase de wijk- en dorpsraden consulteren voor mogelijke locaties. Op zich een goede zaak, maar hoe gaan we voorkomen dat zij hun onafhankelijke rol kunnen behouden, zonder het verlengstuk te worden van gemeentelijke besluitvorming?

Wij zien uit naar de antwoorden van de wethouder!"