Topsport in de achtertuin

Op uitnodiging van de VVD afdeling Arnhem was ik dinsdagavond op bezoek bij ‘het bruisende hart van de topsport’, Papendal. Papendal staat bijna letterlijk op de gemeentegrens van Ede (slechts op 2 kilometer afstand). Op Papendal kregen we een rondleiding van directeur Jochem Schellen. Het complex ademt sport. Veel voorbereidingen voor de Olympische spelen vinden ook hier plaats. Rijdt je het complex op, dan staat er een grote klok die aftelt naar de volgende Spelen.

Tijdens de rondleiding bezochten we onder andere de paar jaar oude, hypermoderne sporthal (Arnhemhal). De hal biedt onderdak aan verschillende sporters: van volleybal en basketbal tot boksers en meerkampers. Er ligt zelfs een indoor sprintbaan van maar liefst 130 meter. Naast de fysieke voorzieningen geeft Papendal ook ondersteuning en adviezen aan de sporters. Zo is er in samenwerking met een middelbare school een ‘topsportklas’ voor de jonge leerplichtige sporters en worden er voedingsadviezen gegeven.

Veel sporters en sportbonden kiezen voor Papendal vanwege het totale pakket aan kennis en diensten die de regio kan leveren. De sporters die vanuit Papendal trainen wonen vaak ook op het terrein. Voorbeelden zijn meerkamper Daphne Schippers en de sprinter Churandy Martina. Ook de regio profiteert van Papendal: sporters staan onder behandeling bij Ziekenhuis Gelderse Vallei (dat zich ook als topsportziekenhuis profileert) en Papendal werkt op het gebied van voeding en voedingsadviezen veel samen met de Wageningen Universiteit.

Hieruit blijkt wel dat dergelijke bedrijven en instellingen gemakkelijk over de gemeentegrenzen heen kijken. Het gaat om het eindresultaat, in dit geval: hoe kunnen we de (top)sporters zo optimaal mogelijk ondersteunen (zodat Nederland uiteindelijk op de Olympische Spelen zoveel mogelijk medailles binnenhaalt). Hoewel gemeente al steeds meer regionaler denken, kunnen ze hier nog zeker een voorbeeld aan nemen.