In Ede 1500 burgers straks zonder huishoudelijke hulp gaat te ver

Raadsvragen raadslid Hester Veltman-Kamp: Bezuinigingen in de zorg zijn onvermijdelijk. We zijn het ermee eens dat je in het algemeen bij de Hulp bij het Huishouden naar een gemiddeld lager aantal uren moet per huishouden. Hiermee kan het college € 3 miljoen bezuinigen. We gaan ervan uit dat de realisatie hiervan wordt bereikt door een nieuwe manier van werken, een nieuwe manier van indiceren en dat we goed kijken naar wat de burger zélf kan. Maatwerk is het uitgangspunt. Tot zover volgt de VVD het pad voor de jaren 2015 en 2016.

De VVD vindt het echter niet kunnen dat het college voornemens is in 2017 de hulp bij het huishouden totaal af te schaffen. Het gaat hier vaak om de helpende handen voor ouderen in onze samenleving, die het zelf niet (meer) kunnen organiseren en de helpende handen hard nodig hebben. De VVD is van mening dat de plannen van het college ervoor zullen zorgen dat veel ouderen in de kou komen te staan. De VVD heeft altijd het motto “Niemand zakt door het ijs” gehanteerd. Dit komt zo op losse schroeven te staan.

Centraal bij de hervormingen van de zorg staat de “kanteling” van de zorgbehoefte. In de nota “Het is mensenwerk”1 zegt gemeente Ede hierover dat het de opgave is “zo veel mogelijk te voorkomen dat mensen een beroep doen op voorkombare 1e en vooral ook de gespecialiseerde -en dus duurdere- 2e lijnszorg. De professionele zorg moet daarom steeds zorgvuldig zijn afgestemd met informele zorg en collectieve voorzieningen en alleen worden ingezet waar en wanneer het echt nodig is.”

Het college van B&W van Ede is voornemens te bezuinigen op de huishoudelijke hulp. Het college begint hiermee door in 2015 en 2016 de schoonmaakondersteuning (huishoudelijke hulp type 1) te maximeren op 2 uur per week per huishouden gedurende 46 weken per jaar. Ook de ondersteuning die naast schoonmaken helpt bij het organiseren van het leven en het huishouden (huishoudelijke hulp type 2) maximeert het college op 1,5 uur per week per huishouden gedurende 46 weken per jaar. Hiermee bezuinigt het college € 3 miljoen. 

Vanaf 2017 bezuinigt het college nog verder op de huishoudelijke hulp: huishoudelijke hulp type 1 zal worden afgeschaft. Consequentie is dat 1500 hulpbehoevende, oudere burgers die zolang mogelijk thuis willen (en moeten) wonen, vanaf 2017 zelf een oplossing moeten gaan zoeken. Het college wil als alternatief vanaf 2017 graag een “algemene voorziening” in het leven roepen. Daar kan de burger zelf zijn/haar hulp inkopen. Reden is dat het niet langer de taak is van de gemeente om voor schoonmaakondersteuning te zorgen.

Het college bezuinigt hiermee nog eens € 3 miljoen en creëert hiermee een budgettaire ruimte van € 3 miljoen, die vrij ingezet kan worden. Het college wil deze € 3 miljoen euro inzetten voor het bekostigen van de algemene voorziening. Bovendien geeft het college aan dat het uitgangspunt is om ook het werk voor de huidige werknemers te behouden.

De VVD is van mening dat:

  1. Het in de collegestukken opgenomen uitgangspunt “het beschikbare budget is leidend bij het bepalen van keuzes” niet strookt met het uitgangspunt van de VVD dat de zorg voor de burger leidend moet zijn;
  2. Het wegnemen van de huishoudelijke (1e lijns) hulp indruist tegen het uitgangspunt dat de 1e lijns hulp moet voorkomen dat mensen in de 2e lijns hulp terecht komen;
  3. Het inzetten van een algemene voorziening in plaats van maatwerk, bij voorbaat specifieke oplossingen uitsluit die voor hulpbehoevenden beter zijn en erger kunnen voorkomen;
  4. Het college de aanbeveling van het Nibud in haar recente rapport2 over het Edese minimabeleid, namelijk dat de gemeente in geval van een algemene voorziening in plaats van maatwerk rekening moet houden met de forse extra uitgaven voor huishoudens met een zorgvraag en een minimuminkomen, negeert;
  5. Het bekostigen van de maatregelen om te komen tot een algemene voorziening niet nodig is als de € 3 miljoen beschikbaar blijft voor de huishoudelijke hulp;
  6. Gezien deze punten en gezien de uitspraak van het college dat het feitelijk mogelijk is om de wijze waarop we nu de schoonmaakondersteuning hebben ingericht ook na 2016 in stand te houden, een heroverweging van het voornemen om de huishoudelijke hulp vanaf 2017 stop te zetten, op zijn plaats is. Naar aanleiding van uw visie, keuzes en financiële onderbouwing hebben wij de volgende vragen:

1.            De keuze voor een algemene voorziening 

1. Hoe verhoudt volgens het college het stopzetten van de 1lijns zorg (huishoudelijke hulp type 1) zich tot de preventieve werking van 1lijns zorg ter voorkoming van het gebruik van de duurdere 2lijns zorg?

Daar waar gekozen wordt voor een algemene voorziening heeft de Rechtbank Gelderland in juli 2014 uitgesproken dat dat in strijd is met de Wet en de impliciete gedachte achter deze wet3. Uit deze uitspraak de twee belangrijkste zaken:

  1. bij wijziging van beleidsregels/normtijden moet kunnen worden onderbouwd dat op basis hiervan nog afdoende compensatie wordt geboden.
  2. bij een vermindering van het aantal uren dit jaar zal steeds per geval individueel moeten worden onderbouwd dat iemand met het verminderde aantal uren toe kan. Als dat niet kan worden onderbouwd, is een dergelijk besluit niet houdbaar.

2. Welke gevolgen heeft deze uitspraak voor het voorgenomen beleid in de gemeente Ede?

3. Bent u met de VVD van mening dat goede indicatiestelling de manier is om de juiste zorg op de juiste  plaats te krijgen?

4. Op welke wijze zal afdoende compensatie worden geboden?

2.            Maandelijks overzicht monitoring gesprekken, aannames en resultaten

Op 19 juni heeft u tijdens de oordeelvormende vergadering van de raad gesteld dat de gemeente maandelijks monitort of de aannames van het college ook de werkelijkheid weergeven4. Het gaat dan met name over de herindicatie gesprekken met de inwoners van de gemeente Ede die al een indicatie voor de hulp bij het huishouden in bezit hebben. U zou 48% van deze gesprekken voeren in 2014. Dan zouden er nu ca. 600 gesprekken gevoerd moeten zijn.

5. Op welke wijze kunnen wij in openbaarheid, zoals toegezegd, de resultaten van deze gesprekken zien?

6. Kunt u deze resultaten maandelijks met ons delen?

7. Kunt u aangeven of uw aannames, zoals verwoord in uw voorstel van juni 20145, bewaarheid zijn geworden?

8. Kunt u indien het antwoord op de vorige vraag nee is aangeven welke wijzigingen dit tot gevolg heeft voor uw beleid?

3.            Samenhang verschraling zorg in Ede en minimabeleid. Het college heeft aangegeven dat de bezuiniging op de hulp bij het huishouden vanaf 2017 niet strikt noodzakelijk is en dat de € 3 miljoen die vrijkomt op een andere wijze in de zorg besteed kan worden. Het is de bedoeling dat de zorg in Ede efficiënter wordt uitgevoerd. Dat meer mensen op een andere en goedkopere manier gebruik kunnen maken van de zorg daar waar nodig. Het is niet de bedoeling dat een van de meest belangrijke onderdelen van de zorg, benodigd voor langer zelfstandig thuis wonen van inwoners van Ede, wordt verwijderd uit het palet van diensten en ondersteuning behorende bij een zorgzame maatschappij. Tevens is door het Nibud aangegeven dat de minimuminkomens niet alleen worden getroffen door afbraak van de zorg in Ede maar indien zij dit zelf moeten betalen de mogelijkheid hiertoe niet aanwezig is.

9. Bent u het met ons eens dat er in ieder geval geen financiële obstakels zijn om de huishoudelijke hulp (type 1), conform de werkwijze vanaf 2015, in stand te houden?

10. Kunt u aangeven of u samen met ons de mening bent toegedaan dat een heroverweging met betrekking tot het besluit om de huishoudelijke hulp (type 1) vanaf 2017 stop te zetten nu al gemaakt kan worden?

1 Het is mensenwerk, gemeente Ede, 11 december 2013.

2 Minima-effectrapportage gemeente Ede 2014, Nibud, p. 58

3 Rechtbank Gelderland, 22-07-2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:4496 (gemeente Apeldoorn)

4 Ontwikkelingsspoor voor een duurzaam aanbod voor Hulp bij het Huishouden, pag. 5.

5 Ontwikkelingsspoor voor een duurzaam aanbod voor Hulp bij het Huishouden, par. 2.