Onze inwoners voorop

Vandaag sprak de gemeenteraad over een nieuwe “fusieorganisatie” waarin welzijnsactiviteiten worden samengevoegd. Deze activiteiten hebben vooral betrekking op het ondersteunen van burgerinitiatieven en vrijwilligers. Hester Veltman van de VVD-fractie stelde vragen over de wijze waarop deze organisatie kan bijdragen aan het tot bloei laten komen van burgerinitiatieven. Hier haar bijdrage.

© Geveltuintje

Fusieorganisatie “Vernieuwd welzijn” en de geveltuintjesacademie

Laatst hoorde ik het verhaal van Patrick en Leendert, die in hun wijk in Deventer de geveltuintjesacademie hadden opgericht. Zij maakten de buurt gezelliger door mensen te helpen een eigen geveltuintje aan te leggen. Ze gaven tips en adviezen. Het effect was, volgens de buurtbewoners, dat de buurt er gezelliger uit zag en de straten netjes waren. De mensen hielpen elkaar en werden er blij van.

Allereerst wil ik namens mijn fractie waardering uitspreken voor de vrijwilligers die individueel of gezamenlijk burgerinitiatief tonen waarmee zij helpen de leefbaarheid, sociale cohesie en veiligheid in de buurt/wijk te vergroten. Mensen als Patrick en Leendert wonen ook in onze gemeente. De vraag is of we ze altijd zien en de ruimte bieden die nodig is. Want dáár gaat het om, dat is precies wat je wil bereiken. En dat is waar de gemeente en de fusieorganisatie naar op zoek moeten gaan.

De kadernota is een heel ambtelijke nota. Het gaat over: structuren en samenwerkingsverbanden, organisaties, arrangementen, gebiedsagenda’s, monitors, indicatoren, werktafels, gebiedsregie, sturingsmodel, opdrachtstelling en verantwoording. Je zou bijna vergeten dat het om Patrick en Leendert gaat. Het gaat om de initiatieven van inwoners, waar de buurt beter van wordt, waar mensen zich beter door voelen, zich meer betrokken voelen.

Maar als we kaders stellen, dan is het blijkbaar moeilijk op te schrijven op een manier die dichter bij de inwoners van Ede komt. Wat dat betreft zal het een hele uitdaging zijn om op begrijpelijke wijze aan alle mensen die betrokken zijn over te dragen wat hier nu voorligt. Hoe zorgen de fusieorganisatie en de gemeente ervoor dat ook mensen als Patrick en Leendert begrijpen waar het over gaat? Dat zij weten waar ze naartoe moeten om om hulp te vragen? Hoe gaan we op zoek naar Patrick en Leendert, hoe gaan we stimuleren dat inwoners initiatief nemen, hoe gaan we communiceren? De VVD vraagt hier aandacht voor.

Wij vragen daarnaast of het college samen met de fusieorganisatie de beoogde maatschappelijke effecten tóch alvast concreter wil formuleren.  Ik snap dat het vaak lastig is om de causale verbanden tussen de activiteiten en de effecten te leggen, maar nu lijkt het een vrijbrief. De hele kadernota gaat over een middel, namelijk de werkwijze, taken en de rol van de fusieorganisatie, niet over het doel dat ermee bereikt moet worden. Wat willen we nu eigenlijk bereiken? Qua leefbaarheid, maatschappelijke betrokkenheid, veiligheid, sociale cohesie? De geveltuintjesacademie van Patrick en Leendert had een positief effect op de buurt. Waarom kan het college deze effecten niet benoemen? Eerlijk gezegd raak ik behoorlijk in de war als de nota spreekt over het opstellen en meten van maatschappelijke effecten. Het gaat over “aanvullende indicatoren die moeten worden geformuleerd”. Aanvullend op wat? Het gaat over dat er “al indicatoren zijn in een gebiedsmonitor”. Welke zijn dat dan? En “er zijn ook nog andere monitoren: een leefbaarheidsmonitor, sociale monitor en specifieke monitoren. En dan is er nog de evaluatie van de gebiedsagenda.” Sorry, mensen, maar ik denk dat iedereen nu de weg kwijt is. En Leendert en Patrick ook ben ik bang.

Wat wij ook graag van het college willen weten is of de gemeente geen risico loopt door deze activiteiten niet aan te besteden. Kan het college uitleggen hoe dit zit?

Verder heb ik begrepen dat Welstede een BSO-voorziening heeft. Gaat dit mee over in de fusie? Hoe verhoudt zich deze volgens mij commerciële activiteit tot het maatschappelijke doel dat de fusieorganisatie heeft? Zou je dit onderdeel dan niet willen scheiden van de rest van de organisatie? Hoe zuiver is dit?

Dan: we zien dat er zit verschil in wat het college de komende jaren incalculeert aan verschuiving van budget naar de individuele en buurtinitiatieven en wat de fusieorganisatie zelf incalculeert. Dit kan tot hoge frictiekosten leiden. Dat is risicovol. Hoe ziet het college dit?

Is het college overigens bekend hoe de Adviesraad de reactie van het college op haar adviezen heeft ontvangen? Zijn zij tevreden met de reactie of welke aandachtspunten hebben zij nog?

Tot slot: onze fractie benadrukt graag dat de fusieorganisatie er straks is om Leendert en Patrick te helpen. Zij leveren een fantastische bijdrage aan de leefbaarheid van onze wijken en buurten. De medewerkers van de fusieorganisatie en van de gemeente kunnen er hopelijk bij helpen dat deze bloemen gaan bloeien. Geen eenvoudige opgave, het vraagt een hele andere werkwijze. Maar híer gaat het om. Wij wensen iedereen hiermee veel succes!